Botopbouw
Na het verlies van een tand of een kies slinkt het kaakbot ter plaatse. Dit is een natuurlijk proces.
Waarom treedt dit op? Een tand of kies heeft zijn houvast in het kaakbot. Wanneer een tand of kies verloren is gegaan, heeft het kaakbot ter plaatse geen functie meer en zal daarom in de loop van de tijd slinken.
Door het slinken van het kaakbot is er soms te weinig bot om een implantaat te plaatsen. Wanneer in een dergelijke situatie een implantaat wordt aangebracht, zal het implantaat wel vastgroeien maar is de kroon, die op het implantaat wordt geplaatst, veel te lang in vergelijking met de naastgelegen tanden of kiezen. Het resultaat is dan cosmetisch onbevredigend en zal zeker niet beantwoorden aan uw verwachtingen.
Mocht er sprake zijn van botverlies dan wordt, afhankelijk van de mate van het botverlies, gelijktijdig met het plaatsen van het implantaat (kunst)bot aangebracht of wordt wanneer veel bot verloren is gegaan, vóór de implantaatingreep het kaakbot ‘opgebouwd’ met (kunst)bot.
Meer informatie over de botopbouw vindt u in de brochure 'botopbouw' die u kunt downloaden.